Een CDE (Common Data Environment) is een overeengekomen beveiligde omgeving binnen een project waar informatiecontainers kunnen worden opgeslagen, gedeeld en beheerd aan de hand van een gedefinieerd proces.
De opdrachtgevende partij is eindverantwoordelijke voor het opzetten van het project CDE (Common Data Environment). Het is ook sterk aangeraden dat het project CDE opgezet wordt vóór de aanbesteding zodat de aanbestedingsdocumenten kunnen worden gedeeld met potentiële projectpartners in deze beveiligde omgeving. Echter kan de opdrachtgevende partij er voor kiezen deze taak (net zoals alle andere bevoegdheden/taken) door een andere partij te laten uitvoeren. Zo kan deze het hosten, het beheer en de ondersteuning van het project CDE uitbesteden aan een externe partner, hoofdopdrachtnemer of opdrachtnemer. Het is aangeraden dat dit als een aparte opdracht wordt gezien voor het starten van de andere opdrachten. De opdrachtgevende partij kan ook, op een later tijdstip, het hosten, beheer en support ervan overdragen aan één van de benoemde partijen. In elk van bovenstaande opties is het aangeraden voor de opdrachtgevende partij om na te denken over de beveiliging, functionele en niet-functionele vereisten.
Een CDE omvat zowel een workflow (proces) alsook ook een technologische implementatie (online tool, lokaal systeem, …). Het is belangrijk dat de de workflow eerst uitgedacht wordt en dat de beoogde technologische oplossingen dit maximaal ondersteunen en niet andersom. In de praktijk blijf je echter afhankelijk van de mogelijkheden en eventuele beperkingen van bestaande oplossingen.
In de ISO 19650 wordt gesproken over het CDE, het project CDE, de CDE-workflow en de CDE-oplossing. Het onderscheid tussen deze termen is belangrijk om de rest van deze pagina te kunnen begrijpen.
| Term | Omschrijving |
|---|---|
| CDE | Overkoepelende term die gedefineerd is in ISO 19650-1:2018 als: overeengekomen bron van informatie voor een project of asset, voor het via een beheerst proces verzamelen, beheren en verspreiden van elke informatiecontainer. |
| Opmerking 1 bij de term: Een CDE-workflow beschrijft de te gebruiken processen en een CDE-oplossing kan | |
| voorzien in de technologie om die processen te ondersteunen. | |
| Project CDE | Gedeelte van de CDE dat moet worden opgezet door de opdrachtgevende partij voor de duur van de https://bbri.notion.site/26766a24993f4e319177a15e77fe57a2 (dus tot en met de oplevering). Deze kan dit CDE ook reeds gebruiken in de aanbestedingsfase om de aanbestedingsdocumenten te delen met https://bbri.notion.site/ae83cacd484a47df80f6502a4b458b88. Verder zal deze omgeving worden gebruikt door de informatieleveringsteams om informatiecontainers aan te leveren aan de opdrachtgevende partij. Typisch deelt de opdrachtgevende partij hier ook de documenten en/of bronnen die voor het gehele projectteam moeten toegankelijk zijn zoals Untitled (https://bbri.notion.site/c24ecbadec524292a9d6928bae14d3c3), Untitled (https://bbri.notion.site/86d5bf59ef4d46c284205eace6061132), Untitled (https://bbri.notion.site/d4b0bd7a85634625b19c307abe783984). |
| CDE-workflow | Deze term duidt dus op de workflow, onafhankelijk van de gebruikte platformen of technologieën. |
| CDE-oplossing | Deze term duidt dus op de implementatie/oplossing die de beoogde workflow ondersteunt. Dit kan bijvoorbeeld een online tool zijn of een lokale sever. |
Onderstaande figuur toont een voorbeeld van hoe het ontwerpteam en het uitvoeringsteam op twee aparte CDE-oplossingen kunnen werken (maar dit hoeft niet!). Op het gepaste moment worden de informatiecontainer gepubliceerd richting het project CDE. Hier kent het CDE dus drie verschillende oplossingen, maar vormen samen toch één CDE-workflow.
Bron: Autodesk
Volgens ISO 19650-1:2018 leeft een informatiecontainer altijd in één van de volgende toestanden (’states’):
Verder worden er transities tussen bovengenoemde toestanden gedefinieerd:
<aside> 💡 1. Wanneer de WIP toestand wordt geïmplementeerd in een gedeelde (cloud)applicatie is het belangrijk om de toegangsrestricties goed te configureren. 2. Bij voorkeur worden toestanden geïmplementeerd met behulp van metadata en/of toegangsrestricties. Het is echter ook mogelijk om hiervoor een mappenstructuur te gebruiken, in functie van de gebruikte oplossing.
</aside>